Telefoongerinkel, straatlawaai, vogelgetsjilp: met een juist afgesteld hoortoestel komt een hele nieuwe wereld aan geluiden (opnieuw) tot leven. Dat kan best overweldigend zijn. Je oren zijn die prikkels immers niet meer gewend. Neem dus de tijd om te wennen aan je nieuwe hoortoestellen. Na een tijdje kan je niet meer zonder!
Wist je dat met nieuwe hoortoestellen zelfs de klank van je eigen stem onaangenaam kan zijn? Dit verschijnsel wordt omschreven als het 'occlusie-effect'. Concreet betekent dit dat je de vibratie van je eigen stem in je hoofd hoort. Gelukkig kan de audicien dit effect gemakkelijk tegengaan, door de juiste ventilatie en versterking te kiezen.
Doorgaans negeer je onbelangrijke geluidsprikkels zoals ritselende bladeren of het tikken van toetsen op kantoor. Als je die geluiden niet meer waarneemt, vergeten je hersenen langzaam hoe ze deze moeten verwerken. Je auditieve hersenen moeten dus niet alleen wennen aan de klank van een hoortoestel, maar opnieuw leren om geluiden te filteren. En dat vergt tijd.
Om je hersenen opnieuw te leren filteren, moet je de hoortoestellen regelmatig dragen. Je moet de ervaringen opbouwen. Een 'hoordagboek' helpt je daarbij. Het is handig om je persoonlijke vooruitgang bij te houden en je audicien te briefen over welke luistersituaties de grootste uitdaging zijn. Ook audiotherapie kan nuttig zijn. Vraag je audicien om meer info.
Glimlachen en knikken, daar heeft niemand wat aan. Vertel eerlijk wanneer je iets niet of onvoldoende hebt begrepen - elke keer opnieuw. Ook al is het vervelend, zeg concreet wat je niet begrepen hebt en vraag je gesprekspartner om duidelijker te spreken, zijn zin te herformuleren (dat is beter dan te herhalen) of om je aan te kijken tijdens het spreken.
Niet alleen het horen moet je trainen, je moet je hoortoestellen ook leren hanteren. Vraag je audicien om duidelijk te tonen hoe je jouw hoortoestellen in- en uitneemt. Informeer ook naar het juiste onderhoud en reiniging. Probeer de verschillende instellingen uit en luister naar de verschillen. Zo kom je te weten wat jou het beste ligt.
Zoek met je nieuwe hoortoestellen niet meteen plaatsen met veel lawaai op. Begin in een rustige omgeving met vertrouwde geluiden. Dat maakt het gemakkelijker om geluiden te herkennen en te benoemen, zonder storende nevengeluiden.
Als de geluiden je te veel worden, kan je de hoortoestellen gerust eventjes uit doen. Maar probeer je hoortoestellen wel (zo lang mogelijk) te dragen. Alleen zo kan je eraan wennen. Bouw geleidelijk op tot je ze een hele dag kunt inhouden. Nog een goede tip is de natuur in te trekken. Daar kan zonder veel stoorgeluiden focussen op de zachte klanken: het ritselen van de bladeren, vogelgetsjilp of een klotsende waterval.
Probeer eerst rustig met je hoortoestellen TV te kijken of naar de radio te luisteren. Het journaal is een goede eerste test. De nieuwsankers spreken klaar en duidelijk en er zijn amper storende bijgeluiden zoals achtergrondmuziek of geluidseffecten. Je kunt ook proberen te telefoneren met een vriend. Stel eerst het geluidsniveau lager in en pas het tijdens het gesprek aan tot het juiste niveau. Toch niet helemaal tevreden? Er bestaan accessoires die telefoongesprekken of het geluid van de TV rechtstreeks doorsturen naar je hoortoestellen. Vraag je audicien om meer info.
Hou de eerste gesprekken met je hoortoestellen klein en beperkt. Eén of twee gesprekspartners is ideaal. Kies voor een rustige omgeving zonder bijkomende geluiden zoals een TV of huishoudelijke toestellen.
Durf je stilaan situaties met meer omgevingsgeluiden aan, dan zijn dit goede tips:
Zodra je ietwat gewend bent aan je hoortoestellen, is het tijd voor plaatsen met veel en luide omgevingsgeluiden zoals de straat of een restaurant. Daar kan je testen hoe goed je achtergrondlawaai filtert en een gesprek verstaat. Staatlawaai, aankondigingen op het perron of geroezemoes op café zijn een ware uitdaging voor het gehoor. In zulke situaties is het vaak moeilijk alles te begrijpen of je op je gesprekspartner te concentreren. Hier vind je drie praktische oefeningen die daarbij helpen:
1. Geluiden detecteren
Richtingshoren is vooral in het verkeer essentieel. Alleen zo kan je op tijd plaats ruimen als er een ziekenwagen aankomt, bijvoorbeeld. Geluiden lokaliseren kan je oefenen door op een druk plein te gaan staan en er bepaalde geluiden 'uit te pikken'. Dat kan een gesprek zijn, het klikken van schoenen met hoge hakken of het geblaf van een hond. Probeer verschillende geluiden te identificeren en de richting te bepalen waaruit ze komen.
2. Gericht horen
Heel wat mensen raken in overvolle ruimten met veel lawaai overbelast. Voor mensen met gehoorverlies is het nog vermoeiender. Oefenen in 'gericht horen' helpt. Ga op zoek naar een locatie met een hoog geluidsniveau (bijvoorbeeld een stationshal) en concentreer je uitsluitend op één geluidsbron. Je zal geleidelijk aan steeds beter selectief horen.
3. Dubbele informatie
Deze oefening gaat nog een stapje verder. Vraag twee mensen om rechts en links van je te gaan staan. Vraag hen beide om je iets te vertellen en probeer beide verhalen te volgen. Hiermee oefent je jouw vermogen om in beide richtingen te horen, wat je in situaties met veel ruis grote voordelen oplevert.
Wie niet meer meer hoort, neemt een hoortoestel – Klinkt eenvoudig. Toch niet. Bij een hoortoestel nemen komt meer kijken dan enkel de techniek. De manier waarop vrienden en familieleden ermee omgaan kan een enorm verschil maken. Een paar tips:
Kijk je gesprekspartner aan. Praat niet vanuit een andere ruimte of met je rug naar iemand toe en zorg dat je gezichtsuitdrukkingen en mondbewegingen goed zichtbaar zijn.
Je hoeft niet te schreeuwen. Een normaal volume volstaat. De meeste toestellen zijn ingesteld om een normaal spraakniveau te versterken, zodat schreeuwen te luid kan worden.
Praat niet te snel. Spreek op een normaal tempo en articuleer duidelijk, zonder te overdrijven. Je zal automatisch trager praten.
Herformuleer. Als jouw gesprekspartner je niet begrepen heeft, dan kan je beter je zin anders formuleren dan hetzelfde te herhalen. Sommige woorden zijn makkelijker te horen of af te leiden dan andere.
Praat niet door elkaar. Probeer in een groep om de beurt te praten en elkaar niet te onderbreken.
Probeer achtergrondlawaai tijdens een gesprek te vermijden. Ga dichter bij je gesprekspartner staan, zodat jouw stem het achtergrondlawaai overstemt.