Op het punt waar de stijgbeugel het volgende membraan raakt, het „ovale venster“, begint het binnenoor. Hierin liggen het evenwichtsorgaan en het slakkenhuis, de zogenoemde cochlea. Dit gedeelte van het oor is zo groot als een erwt, maar doet echt denken aan een slakkenhuis. In de binnenkant ervan bevinden zich drie kanalen, die gevuld zijn met een vloeistof. Via een van de kanalen worden de aan de vloeistof doorgegeven impulsen doorgegeven naar de bovenkant en daarvandaan via een tweede kanaal weer teruggevoerd. Het kanaal in het midden is het uitgerust met het eigenlijke gehoororgaan, het orgaan van Corti. De bodem van het gehoororgaan is bezaaid met duizenden fijne haartjes – de haarcellen –. Naar gelang de frequentie verandert de golfbeweging in de met vloeistof gevulde kanalen. Alleen op punten waar dit systeem bijzonder uitslaat, worden de haarcellen geprikkeld. Hoe lager de tonen zijn, des te verder achterin het slakkenhuis komen de fijne haartjes in beweging. Hoge tonen prikkelen daarentegen de haarcellen meteen aan het begin van het slakkenhuis. Slijtage van de minuscule haartjes in een van de voornaamste oorzaken voor doofheid op hoge leeftijd.