De hoortest

Bij de eerste afspraak in het hoorcentrum stelt de audicien u enkele vragen over uw persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld: Waarom denkt u dat u slechter hoort? Hebt u een beroep waarbij u wordt blootgesteld aan lawaai? Uw antwoorden maken een eerste inschatting mogelijk.

Dan volgt een reeks hoortesten die onder labo- en realistische omstandigheden worden uitgevoerd. In het dagelijkse leven functioneert uw gehoor heel anders dan in stilte. Die situaties worden bij de hoortest dan ook gesimuleerd. De hoortesten vinden plaats in een geluidsgeïsoleerde ruimte of een geluidsdichte cabine.

We doen zowel een Tonentest als een Versta-test. Bij de Tonentest worden via een hoofdtelefoon piepjes met verschillende frequenties afgespeeld. De tonen hebben een frequentiebereik van 125 tot 8.000 Hertz – ze gaan dus van heel laag tot heel hoog. De piepjes worden voor elk oor apart afgespeeld en starten eerst stil (in het niet-hoorbare bereik). Langzaamaan nemen ze toe in geluidsvolume. Zodra u de toon hoort, geeft u dit aan. 

Naast de Tonentest screenen wij bij Lapperre ook de verstaanbaarheid in lawaai. In het dagelijkse leven wordt u immers zelden geconfronteerd met écht stille situaties. let erop dat de hoofdtelefoon goed zit en weet dat elke test kan worden herhaald. De Versta-test gaat na hoe goed u spraak begrijpt in lawaaiige situaties.

Op basis van de Tonentest wordt een audiogram gemaakt. Daarop kan de audicien zien op welke frequenties uw gehoor afwijkt van het normale horen.